Het leger gevoel!
Blijf op de hoogte en volg
10 Januari 2019 | Swaziland, Mbabane
Vanuit Kasane in Botswana bezoeken we het Chobe National park. We zien weer veel dieren, waarvan het meest bijzonder een roedel wilde honden die op een antilope jagen. Het gaat allemaal zo snel dat ik het niet op de foto of film kan vastleggen. Ze schieten razendsnel en gecoordineerd achter hun prooi aan en werken het tegen de grond. De volgende dag maken we een trip naar Zimbabwe om de Victoria watervallen te bekijken. Onze chauffeur komt ruim 3 kwartier later dan afgesproken, dus moeten we even stoom op hem afblazen. Maar hij kan het hebben en het wordt daarna toch nog gezellig. Er gaan ook twee Botswanen met ons mee. Bij de watervallen maken we een trip met de helicopter om alles van bovenaf ook eens te zien. Als we teruggaan naar Botswana wil de Zimbabwaanse douane meneer ons vijfen in eerste instantie niet uitstempelen. Wij kijken belangstellend toe hoe onze donkere Botswamese vrienden hier mee omgaan. Onze chauffeur zegt niets en staat geconcentreerd op zijn mobiel te kijken. De andere twee kijken wat verschrikt naar de grond. Na een minuut of twee worden onze paspoorten dan toch gestempeld en roept de meneer, "gelukkig nieuwjaar, grapje!". Als we Botswana weer inrijden roepen onze Botswanen blij in koor, "We are safe!!". Vanuit Kasane rijden we naar Francistown. We zien regelmatig wild waaronder olifanten langs de weg. Daar op letten en op de vele potholes maakt deze 500 kilometer inspannend. Alle weggebruikers proberen de potholes te ontwijken. dus regelmatig schiet een tegenligger onze strook op. Dan moeten wij de berm in. De gaten zijn soms zo groot en diep dat bij 100 kilometer per uur (je mag op deze weg 120!) zou het me niet verbazen als je wiel er af kan breken. Dus goed opletten. Vanuit Francistown rijden we naar de Martins Drift grensovergang en Zuid Afrika weer binnen. De wegen knappen meteen op en we hebben een fijne overnachting met een voortreffelijk diner op een farm guesthouse met de naam "Weltevreden". De volgende dag weer bijna 500 kilometer naar Phalaborwa bij het Krugerpark. Het landschap onderweg lijkt soms wel op de alpen. We logeren in een Bushlodge net buiten het park. Het is daar "zelf catering", daar hadden we geen rekening mee gehouden. De jonge gastvrouw biedt spontaan aan voor ons te koken. Heerlijke salade en lekkere pasta. Kosten?, Ze wil zeer vasthoudend van geen geld weten. Haar echtgenoot weet veel van de dieren die we vanuit de lodge zien. We zien s'avonds drie stekelvarkens en krijgen ze goed op de foto. Een zeldzame waarneming. De volgende dag rijden we het Krugerpark in om daar na 200 kilometer bij de Orpen Gate weer uit te rijden. Al na een paar kilometer stapt er een meter of 20 voor ons een grote mannetjes olifant op de weg. Wij schrikken van hem en hij van ons. Hij maakt geen aanstalten om de weg af te gaan. Dan schudt hij boos zijn hoofd en zijn oren gaan nijdig klapperen. Hij komt een paar stappen dichter naar ons toe. Ik zet de auto in zijn achteruit en rijdt 10 meter terug. Hij kijkt nog eens gemeen en doet weer 10 stappen naar ons toe. Dit gaat niet goed stel ik vast, als hij gaat rennen dan moet ik met 60 kilometer per uur achteruit rijden om hem voor te blijven. Dat gaat niet lukken. Snel rijd ik achteruit en keer de auto als een volleerd coureur. Ziezo laat hem nu maar komen. Met 120 kan ik nu wegrijden. Hij zwaait nog een wat met zijn kop maar ziet dat wij nu in het voordeel zijn en loopt tergend langzaam de bosjes weer in. Onderweg zien we weer veel wild, waaronder een kudde (vreedzame) olifanten die een rivier overzwemt en doorwaadt. Het lijkt wel een film van National Geografic. Bij Orpen overnachten we in zeer basic camp. En dan bedoel ik ZEER basic. Onze tent is van groen legerdoek en als ik mij met de voeten op een houten pallet tussen het groene canvas sta te douchen, krijg ik een "deja vu", ik voel me weer in het leger. Wel eten we daar een goede maaltijd in het prettige gezelschap van drie Zuid Afrikaners en twee Duitsers. Als we gaan slapen breekt een strakke onweersbui los. Het stortregent en giert van de wind. De klamboe in onze tent staat horizontaal door deze wind en het water loopt vrolijk over de vloer. Koffertjes maar dicht. Gelukkig is het boven ons bed redelijk waterdicht. De volgende dag weer het Krugerpark in en verder naar het zuiden en na 250 kilometer gaan we er bij Hazyview weer uit. We hebben onderweg bijna een neushoorn gezien. Hij lag in een kuil, we zagen zijn rug en 1 oor. Ik wilde de auto uit om even over de rand van de kuil te kijken, maar dat mocht niet van Christa. Dus nu ben ik in twijfel, telt deze waarneming nu wel of niet. We hebben zijn "neus hoorn" immers niet gezien. Vanuit Hazyview rijden we naar Swazieland en logeren in het Milwane Game reserve waar je op eigen houtje door de Bush kunt wandelen. Prachtige natuur en je kunt zo tussen alle wilde dieren doorlopen. Er zijn hier geen leeuwen dus er kan niet veel gebeuren. Wel bij de waterkant een beetje uitkijken dat je niet op een krokodil stapt haha.