Het eerste traject!

De stad Bogota kun je opdelen in drieen. Zuid en zuidwest, daar moet je zeker niet zijn. Veel criminaliteit en armoede. Dan heb je het "centro historical", de oude stad. Daar kun je overdag goed zijn. Het wemelt er dan van de politie, schatting 1 politieagent op 4 mensen. Maar de politie gaat met zonsondergang naar huis en dan kunnen de toeristen ook beter weg zijn. Als laatste het noordelijk deel van de stad. Daar wonen de Bogotianen, die het redelijk tot goed hebben, daar kun je in principe dag en nacht de straat op. Dus daar hadden we ons hotel gekozen, " Bagata Exe", 4 steren ( Colombiaanse sterren weliswaar) maar toch prima hotel. Vandaaruit verkennen we Bogota. De eerste dag naar het "centro historico", beetje dwalen door de straten langs oude koloniale gebouwen. Goed uitkijken, want de Bogotiaan mag graag fietsen en ze zigzaggen tussen het wandelende publiek door. Het is zondag, dus kerkdag, en het valt ons op dat men met de fiets en al ter kerke gaat. De fietsen worden binnen massaal tegen pilaren geparkeerd! We bezoeken een paar interessante musea, waaronder het Museo del Oro en het Museo Botero, waarin heel veel schilderijen van Fernando Botero,een belangrijke colombiaanse schilder, maar hij hangt " all over the world". Hij schildert alles DIK, mensen, kinderen, auto´s ,huizen kortom, werkelijk alles. Grappige schilderijen levert dit op, maar het is, als je er 100 van ziet, ook wel een beetje een kunstje. ´s Avonds keren we weer terug naar de " Zona Rosa" ( ja, ja, doet aan andere zaken denken maar dat is dus de gegoede wijk waar ons hotel staat), en eten lekker aziatisch in de Wok. We zijn per slot van rekening in Zuid Amerika!
De volgende dag naar het "Central Park" en de botanische tuinen en ook wat luxe shopping malls bekijken. Daarna wordt het tijd om op pad te gaan. We vragen de taxichauffeur ons naar het busstation te brengen ( nou ja, CHrista vraagt het en ik kijk vriendelijk lachend en knik bevestigend naar de man, spaans is niet één van mijn talenten!). We worden afgezet waar inderdaad veel bussen staan, maar het blijkt niet het busstation te zijn, maar een stopplaats voor bussen. Voor we er erg in hebben zitten we in de bus naar Tunja! Niet dat we daar heen moeten, we gaan naar Villa de Leyva, maar dat schijnt ook via Tunja te kunnen. De rechtstreekse bus stopt hier niet. De rit duurt een kleine 4 uur en in Tunja vinden we een collectivo ( klein busje) naar Villa de Leyva. Prachtig oud koloniaal dorp met wegen van grote keien en witte huisjes met rode daken. We verblijven er in " Hotel del Angel", een prachtig pandje met heel vriendelijke familie. We wandelen wat in het dorp en daarbuiten. We zien een fossiele dinosauris van 10 meter lang ( de staart van 7 metewr miste). ´s Avonds eten we aan de Plaza Mayor bij ondergaande zon boven de pieken van de Andes, voortreffelijke steaks weggespoeld met Argentijnse wijn en vergezeld van life muziek van een werkelijk zeer getalenteerde gitarist. De blues, bossa nova en colombiaanse muziek, alles speelt hij!
Na drie mooie dagen verlaten we Villa weer en gaan terug naar Tunja, de hoogte en koudste stad van Colombia ( ongeveer 3000 meter boven zee) Als we ons ook maar iets inspannen raken we achter ons adem. Maar gelukkig nog geen hoogteziekte!